Plas- en poepproblemen bij kinderen kunnen voorkomen op basis van:
- anatomische aanleg
- Functioneel gebruik van de bekkenbodemspier
- Signaal functie
Zindelijk worden gaat vaak vanzelf als kinderen tussen de 2 en 4 jaar oud zijn. Soms lukt het alleen minder goed en hebben kinderen ouder dan vier jaar nog regelmatig een plas of poepongelukje. Dit is voor een kind heel vervelend. Zeker omdat op school verwacht wordt dat zij op 4 jarige leeftijd zindelijk naar school komen. Ook maken ouders zich zorgen over mogelijk pestgedrag als het kind ouder wordt.
Het verkeerd gebruiken van de bekkenbodemspieren kan leiden tot plas en poepproblemen. Ook een aangeboren afwijking of een negatieve (traumatische) ervaring zoals pijn bij poepen kunnen problemen opleveren. Het kind gaat uitstellen waardoor het de volgende keer nog pijnlijker wordt om te poepen. De klacht neemt daardoor in de loop van de tijd toe. Dit noemen we een vicieuse cirkel.
Uit onderzoek is gebleken dat verlies van urine of ontlasting voor kinderen één van de ergste dingen is die hen kan overkomen. Door het onvermogen van kinderen om controle te krijgen over hun blaas en darmen doen ze vaak alsof de klacht niet bestaat. Kinderen schamen zich voor hun problemen en durven er niet over te praten met anderen. Kinderen voelen zich vaak onzeker, durven niet naar vriendjes of vriendinnetjes of willen niet mee op schoolreisjes. Ook het deelnemen aan het groep 7-8 kamp of sportkamp levert meer stress op dan plezier.
Ook als ouder(s) vraag je je misschien wel eens af wat er mis is gegaan in de zindelijkheidstraining.